Waaraan Zie Je Dat Je Vrouwelijke Cannabisplant Is Bevrucht?

Niet voor niets houden de meeste kwekers hun mannelijke planten uit de buurt van de dames: bestuiving door mannetjes zorgt ervoor dat de vrouwtjes zaden gaan vormen. Als gevolg daarvan gaan de vrouwelijke planten hun energie stoppen in de productie van zaad. Daardoor stoppen ze minder energie in het ontwikkelen van de allerbeste toppen voor jouw gerief. Je kunt een dergelijk, triest eindproduct met te veel zaad voorkomen als je een aantal basistechnieken toepast.

Vanzelfsprekend wil niemand slechte wiet roken. Als je cannabis kweekt en weet hoe je mannelijke planten en bestuiving kunt herkennen, dan kun je deze verwijderen zodat je de overgebleven vrouwtjes kunt redden. Ook als je een bestoven vrouwelijke plant vroeg herkent, kun je opnieuw beginnen voordat het te laat is. Zo voorkom je dat je aan het einde van je kweekproces achterblijft met een armzalige opbrengst.

Onderschat nooit hoever het pollen van wietplanten zich kan verspreiden. Dit microscopisch kleine, genetische materiaal heeft een radius van maar liefst 8–12 kilometer! Maar als het hard waait, kan de wind het pollen bijna 50 kilometer meenemen. Als je buiten kweekt, moet je dus niet alleen denken aan de mannelijke planten in je eigen tuin. Kwekers in een dorp verderop, die zich niet zo druk maken over het geslacht van hun planten, kunnen een risico zijn voor jouw vrouwelijke planten als je geen aanvullende maatregelen neemt.

Waaraan kun je zien dat een vrouwelijke plant is bevrucht?

Een van de eerste tekenen waaraan je kunt zien dat je vrouwelijke plant is bevrucht, is het feit dat haar schutbladeren groter worden. Schutbladeren zijn kleine, bladachtige structuren die de reproductieve delen van de vrouwelijke plant beschermen. Vanuit hier komen de bloeiende toppen tevoorschijn. Verwar de schutbladeren niet met de kelken.

Een goede manier om te onderzoeken of de schutbladeren zijn gezwollen, is door met een pincet een schutblad van de plant te halen en die te openen. Als er zaad in zit, heb je te maken met een bevruchte plant.

Een andere aanwijzing voor bevruchting is de kleur van de haartjes op de stampers. Is een vrouwelijke plant bevrucht? Dan duurt het niet lang voordat de haartjes, die eerst wit waren, verschrompelen en donkerder worden.

Je kunt zien dat een vrouwelijke plant is bevrucht door pollen door goed op de stampers te letten. De stampers zijn de geslachtsorganen van de bloem. Deze haarachtige structuren verkleuren tijdens de standaard bloei van wit naar donkeroranje of rood. Bij onbevruchte toppen, verandert de hele stamper van kleur. Maar als de bloem is bevrucht, worden alleen de puntjes van de stampers donkerder en blijft de ‘steel’ wit.

Hoe voorkom je dat je vrouwelijke planten worden bevrucht?

Voor bevruchting is de aanwezigheid van mannelijke of interseksuele (hermafrodiete) planten nodig. Hermafrodieten zijn vrouwelijke planten die ook pollen produceren. Het eerste wat je moet doen om het risico op bevruchting laag te houden, is zoveel mogelijk mannelijke planten of "hermies" verwijderen. Zeker tijdens de eerste drie weken van de bloeifase is het belangrijk om regelmatig te controleren op mannelijke exemplaren in je tuin.

De doorsnee cannabiskweker heeft over het algemeen geen enkele reden om mannelijke planten te houden en wil er vanaf zodra hij er een heeft ontdekt. Aan de andere kant willen veredelaars van cannabis juist wel een aantal mannelijke planten naast hun vrouwelijke planten behouden. Een veredelaar kiest er normaliter voor om de seksen te scheiden om te voorkomen dat de vrouwelijke planten per ongeluk worden bevrucht. Vrouwelijke planten worden dan bijvoorbeeld in de ene kas gekweekt en de mannetjes in een andere. Vindt de kweek buiten plaats, bijvoorbeeld in een tuin? Dan worden de mannelijke planten vaak in de uiterste hoek van het kweekbed geplaatst, zover mogelijk bij de vrouwtjes vandaan. Dan bestaat echter het risico dat de wind het pollen meeneemt en er toch per ongeluk bevruchting plaatsvindt.

Waaraan herken je mannelijke cannabisplanten?

Om het geslacht van je cannabisplanten te bepalen, moet je wachten totdat de bloeifase bijna aanbreekt. De planten gaan op dat moment hun energie stoppen in de reproductie. Vrouwelijke cannabisplanten vertonen de geslachtelijke kenmerken op een later moment dan mannelijke planten. Op de plaats waar dat zichtbaar is, gaan snel daarna de toppen groeien (de knooppunten tussen de steel en de stengel). Daar zijn bij vrouwelijke planten wittige haartjes te zien.

Mannelijke planten krijgen geen haartjes bij de knooppunten, maar ontwikkelen er kleine zakjes pollen. Deze zakjes zien eruit als kleine balletjes. De balletjes kunnen zowel in enkel- als in meervoud voorkomen, afhankelijk van het stadium van de pre-bloei waarin de plant zich bevindt. Op een later moment in de groeifase barsten de zakjes open. Hierbij komt het pollen vrij en worden mogelijk je vrouwelijke planten bevrucht.

Hoe worden je wietplanten binnen eigenlijk bestoven?

Je hebt je wiet gekweekt in een afgesloten binnenruimte of kweektent. Je hebt steeds goed opgelet of er planten waren die pollenzakjes ontwikkelden. Maar op de een of andere manier zijn je vrouwelijke planten toch bevrucht en zijn ze zaden gaan produceren. Hoe is dat in hemelsnaam mogelijk?

Er zijn meerdere oorzaken te bedenken. Allereerst heb je zelf misschien per ongeluk wat pollen meegenomen naar de kweekruimte. Deze microscopisch kleine deeltjes blijven makkelijk aan vezels van kleding hangen en kunnen zich tussen je haren nestelen. Als je in een aparte kweekruimte mannelijke planten houdt, heb je mogelijk pollen meegenomen naar de kweektent waar uitsluitend vrouwelijke planten staan.

Ten tweede kunnen je wietplanten stress ervaren! Omgevingsfactoren die stress veroorzaken, kunnen vrouwelijke planten dwingen om zogenaamde ‘bananen’ te ontwikkelen. In feite zijn dat pollenzakjes bij vrouwelijke planten. Ze zijn meestal het gevolg van stress door lichtlekken waardoor de planten overschakelen naar overlevingsmodus en zichzelf bestuiven.

Deze ‘geslachtsorganen’ zijn lastig te herkennen en veel kwekers kijken er dan ook overheen. In tegenstelling tot tweeslachtige planten of ‘echte’ hermafrodieten, die duidelijke vrouwelijke of mannelijke geslachtsorganen hebben, komen de 'bananen' alleen voor op vrouwelijke toppen. Bovendien zijn deze structuren geen volledige pollenzakjes. Ze hebben alleen het binnenste deel ervan, de helmknop. Vanaf een afstandje kun je als kweker de kleur en vorm makkelijk aanzien voor stampers. Omdat ze aan de buitenkant geen zakje hebben, laten deze 'bananen' het pollen direct los op de toppen. Dit leidt tot razendsnelle bestuiving.

Wat moet je doen als je vrouwelijke planten bevrucht zijn?

Het is raadzaam om in een vroeg stadium te ontdekken of je mannelijke cannabisplanten en bevruchte vrouwelijke planten hebt. Daarmee bespaar je veel tijd en moeite die je anders investeert in een groeiseizoen dat uiteindelijk voor niets blijkt te zijn. Vaak is het de beste oplossing om de mannelijke planten en de bevruchte vrouwtjes te verwijderen en een nieuwe kweek te beginnen.

Kun je bevruchte vrouwelijke planten roken?

Jazeker! In coffeeshop word je vast niet blij als je toppen vol zaden ziet. Toch kun je bevruchtte toppen absoluut roken. Hoewel het niet ideaal is, hoef je toppen met zaden niet weg te gooien. Je kunt nog steeds genieten van de smakelijke terpenen en geestverruimende cannabinoïden; het kost alleen wat meer werk.

Na het oogsten van bestoven toppen moet je de zaden verwijderen. Je kunt dat met de hand doen of met een pincet, zodat je geen enkel zaadje mist. Je kunt er ook voor kiezen om je toppen voorzichtig te vermalen. Zo kun je het plantmateriaal pakken zonder de zaadjes te beschadigen. Vervolgens zoek je de zaden eruit.

Een alternatief is je toppen kapot te snijden om de zaden eruit te halen. Gebruik een snoeischaar om je toppen in kleinere stukken te knippen en peuter de zaden eruit. Je kunt dit materiaal roken, of het combineren met je snoeiafval en er droogijs hasj van maken.

Maar bedenk dat er mensen allergisch zijn voor het pollen van wietplanten, net zoals voor andere pollen. Als je een pollenallergie hebt, is het roken van bestoven toppen mogelijk minder verstandig.

Natuurlijk moet je altijd proberen om te voorkomen dat je toppen worden bevrucht, zodat je de best mogelijke sinsemilla kunt produceren. Je kunt toppen met zaden simpelweg niet vergelijken met onbevruchte toppen. Ontdek hieronder waarom de kwaliteit verschilt.

Hoe voorkom je bestuiving?

Er is natuurlijk een manier waarop de thuiskweker kan voorkomen dat er bevruchting plaatsvindt. Door innovaties in de moderne cannabisindustrie, zijn er tegenwoordig gefeminiseerde zaden beschikbaar. Daarbij heb je een grote keus uit nieuwe en legendarische soorten. In tegenstelling tot reguliere zaden, hoef je je daarmee geen zorgen te maken over het herkennen of afzonderen van mannelijke planten tijdens de kweek. Zolang je gefeminiseerde zaden afkomstig zijn van een gerenommeerde handelaar, groeien alle zaden op tot planten met rookbare toppen. Met deze kennis, is het aan jou om te bepalen welke soort zaadjes passen bij jouw kweekervaring en persoonlijke doelen als kweker.

Kun je de resulterende wietzaadjes kweken?

Je toppen hebben zaden ontwikkeld. Kun je er het beste van maken en deze wietzaadjes gebruiken om nieuwe planten te kweken? Het is zeker een optie, maar de kans dat het slaagt, is klein. Goede wietplanten ontstaan via zorgvuldige veredeling. Zo bewerkstelligen breeders de gewenste eigenschappen, terwijl slechte kenmerken achterwege blijven. De resulterende wietzaadjes zijn genetisch stabiel en consistent.

Als je planten per ongeluk bevrucht raken, is het altijd een gok om met dat zaad te gaan kweken. Je krijgt waarschijnlijk een onbetrouwbare plant die slecht produceert, niet optimaal smaakt en niet het gewenste effect geeft. Maar als je de tijd en middelen hebt, kun je altijd een poging wagen. Het kan ook heel bijzondere planten opleveren!

Van een plant die zichzelf heeft bevrucht, kun je echter beter geen zaden kweken. Hermafrodiete soorten geven deze eigenschap door aan hun nageslacht. Daardoor beland je nogmaals in dezelfde situatie.

Waarom moet je geen wiet met zaad erin kopen?

Zoals vermeld, moet je geen wiet met zaad kopen vanwege de inferieure smaak, het matige effect en wrange rook. Kortom, als je geld uitgeeft aan toppen vol zaad, kom je bedrogen uit. Net zoals je niet blij wordt van een zak vol stengels, zorgen ook zaden voor extra gewicht. Je ontvangt dus minder bruikbare wiet voor je geld.