Cannabis Water Geven: Wat Te Doen Als Je Te Veel Of Te Weinig Water Hebt Gegeven

Er zijn veel factoren die van invloed zijn op een succesvolle en vruchtbare kweek van cannabis. Verlichting, voedingsstoffen, luchtcirculatie en luchtvochtigheid. Ze spelen allemaal een rol in de optimale groei en vitaliteit van een gewas. Water is echter een van de belangrijkste aspecten van het behouden van gezonde en sterke cannabis planten.

Water geven is niet altijd zo simpel als het lijkt. Veel kwekers hebben het idee dat als ze hun planten elke dag volledig met water verzadigen dat voldoende is om aan de waterbehoefte van de planten te voldoen.

Er komt echter meer kijken bij het water geven. Het bewateren van cannabis planten is een evenwichtsoefening die tijd en ervaring vergt om perfect te kunnen worden uitgevoerd. Te veel water kan zorgen voor serieuze problemen bij de planten, die daardoor onvoldoende zuurstof kunnen opnemen. Aan de andere kant kan te weinig water de cannabis planten uitdrogen. Daardoor blijven ze dorst houden en uiteindelijk verwelken ze.

We gaan kijken waaraan je kunt zien of je planten te veel of te weinig water krijgen en wat je eraan kunt doen.

Te veel water aan je planten geven

Te veel water geven is een veelgemaakte fout bij de verbouw van cannabis. Meestal komt het doordat je denkt dat de plant voortdurend moet worden bewaterd. Het is een valkuil waar beginnelingen vaak intrappen.

Cannabis planten gebruiken hun wortelstelsel in feite om mee te ademen. Daarnaast nemen ze er water mee op. Als hun wortels voortdurend in het water staan, verdrinken ze.

1. Een eerste teken dat de planten te veel water krijgen, is als ze hun bladeren laten hangen. Maar het is niet dezelfde manier van hangen als wanneer ze te weinig water krijgen en de bladeren er verwelkt uitzien. Het is juist het tegenovergestelde. De bladeren zijn zodanig verzadigd met water dat ze worden gedwongen om zich in te krimpen. Daarbij worden ze erg stevig.

2. Daarnaast neemt het groeitempo van planten die te veel water krijgen dramatisch af of komt het zelfs helemaal tot stilstand. Dat komt door de anaerobe omstandigheden die optreden als het wortelstelsel onvoldoende zuurstof kan opnemen.

3. Een ander signaal dat een cannabis plant te veel water krijgt, is het vergelen van de bladeren. Dat is een teken van een probleem met voedingsstoffen, een gevolg van een teveel aan water.

Als je een van deze symptomen ziet bij je planten en het vermoeden hebt dat het vooral komt door te veel water, dan is het zaak om minder water te gaan geven. Wacht totdat de bovenste laag van de grond droog lijkt en aanvoelt voordat je weer water geeft. Een goede manier om dat te testen, is door je wijsvinder tot het eerst kootje in de grond te steken. Als het droog aanvoelt, kun je water geven.

Zorg er ook voor dat het water bij elke plant goed kan afwateren en dat er niet te veel overblijft onderin de potten of bakken waarin je ze verbouwt. Zorg ervoor dat het teveel aan water uit de bakken kan, waardoor de grond vochtig blijft, maar niet doordrenkt raakt.

Je planten te weinig water geven

1. Cannabis planten die te weinig water krijgen, zien er zwak en futloos uit en vertonen tekenen van verwelking. Het is geen wonder dat ze er zo uit gaan zien, water is immers van levensbelang in de fysiologie van planten. Het verwelken van cannabis dat te weinig water heeft gehad, ziet er - een beetje - anders uit dan het plompe inkrimpen door een teveel aan water. De bladeren zijn kwetsbaar, breekbaar en papierachtig. Ze zien er levenloos en triest uit. Een ander symptoom van te weinig water is hele droge grond, die zelfs knisperend aanvoelt.

2. Een tekort aan water ontstaat wanneer de kweker zijn planten niet goed in de gaten houdt. Zonder voldoende water droogt het wortelstelsel uit en nemen de groei en opbrengst af. Zorg ervoor dat je je plant water geeft als de bovenste laag van de grond droog is. Als je de aarde te lang droog laat, heeft dat schadelijke effecten.

3. Een van de dingen die kan zorgen voor een tekort aan water, is het gebruik van potten van verkeerd formaat in een bepaalde fase van de groei. Als je bijvoorbeeld een klein stekje in een grote pot kweekt, krijgt het plantje niet genoeg water, omdat het kleine wortelstelsel het water niet kan opnemen voordat het afwatert.

Hoe vaak moet je de planten water geven?

Deze vraag heeft eigenlijk veel verschillende antwoorden, omdat diverse factoren van invloed zijn. Er is dan ook geen precies antwoord. De temperatuur, luchtvochtigheid en andere omgevingsfactoren kunnen allemaal van invloed zijn op hoe vaak je water moet geven.

Maar er zijn zeker signalen waaraan je kunt zien dat het weer tijd is om je planten water te geven. Het controleren van de bovenste laag van de grond is daarvoor een goede manier. Pas als dit deel van de aarde droog is, moet je opnieuw water geven. Daarmee voorkom je dat de planten te veel water krijgen. Als je dat een aantal keren hebt gedaan, kun je ongeveer bedenken hoeveel tijd er zit tussen het water geven. En op basis daarvan kun je er regelmaat in aanbrengen.

De bladeren van je planten goed in de gaten houden, is een andere manier om te zien of het tijd is om water te geven. Natuurlijk is het niet optimaal als je wacht tot er symptomen optreden, maar als je tekenen van verwelking ziet, moet je meteen een dosis water geven.

De waterkwaliteit is heel belangrijk

Evenals de frequentie van water geven is de kwaliteit van het water dat wordt gebruikt voor een cannabisgewas ook heel belangrijk.

Cannabis planten bestaan voor ongeveer 90% uit water. Dat is nodig tijdens de verscheidene essentiële fysiologische processen, zoals fotosynthese en transpiratie. Als je water van slechte kwaliteit gebruikt voor je cannabis planten, dan verlopen deze processen minder efficiënt en in het ergste geval raken ze verstoord.

Als deze verstoring optreedt, zie je symptomen die heel veel lijken op de problemen bij over- of onderbemesting, een gebrek aan water of mogelijk zelfs hittestress. Daarom moet je bij gezondheidskwesties van cannabis planten altijd twee of drie keer controleren wat de eigenlijke veroorzaker is van een probleem.

1. Controleer de pH-waarde

Controleer, voordat je begint met kweken, de kwaliteit van je water. Een belangrijke factor bij waterkwaliteit is het pH-gehalte. pH is een numerieke schaal die wordt gebruikt om de zuurtegraad of alkaliteit van een vloeistof te meten. De middelste waarde, 7, staat voor neutraal. Getallen onder de 7 geven aan dat iets zuur is en getallen hoger dan 7 geven alkaliteit aan.

Een te hoge of te lage pH-waarde kan bij cannabis planten problemen veroorzaken. Het pH-gehalte van het water bepaalt namelijk of een plant in staat is om voedingsstoffen op te nemen. Water met een te lage of te hoge pH-waarde tast op den duur de pH van de grond aan. En dat zorgt voor symptomen vergelijkbaar met die van problemen met voedingsstoffen.

Cannabis planten floreren het beste bij een pH van rond de 6,5. De pH-waarde kan heel makkelijk worden gemeten door met een pH-meter de pH van afvloeiend water te meten. Dit is water dat afwatert uit de bak waarin je de planten verbouwt en dat door de grond is gelopen. Als de pH-waarde te hoog of te laag is, kun je middelen gebruiken om de pH weer op een normaal niveau te krijgen.

pH-tester

pH-tester

5/5 (42)

Koop pH-tester

2. PPM

Ppm is een andere belangrijke factor in relatie tot de waterkwaliteit. Ppm, of parts per million, is een methode waarmee je de hoeveelheid mineralen meet die is opgelost in het water dat je gebruikt. Dus, als je 90ppm afleest, geeft dat aan dat er 90 milligram mineralen per liter in het water aanwezig is.

Een kweker die op de hoogte is van de ppm in het water, kan voorkomen dat zijn planten te veel of te weinig mineralen krijgen. Te weinig kan leiden tot een tekort, terwijl een teveel ervoor kan zorgen dat de plant verbranding vertoont. Cannabis planten houden van een ppm van rond de 500 als ze in de vegetatieve fase zijn. En ze hebben een voorkeur voor een ppm van rond de 1000 tijdens de bloeifase van de groeicyclus.

TDS meters, apparaten die meten hoeveel stoffen er in totaal zijn opgelost, worden gebruikt om de ppm van een waterbron te meten.

Het in de gaten houden van de ppm is nogal geavanceerd en hoewel het handig is, is het niet essentieel voor mensen die net met kweken beginnen. Houd het alleen in gedachten als je van plan bent je kennis en kunde uit te breiden.

3. Omgekeerde osmose

Ook al is het totaal van opgeloste stoffen in het profiel van je water voldoende, dat wil niet zeggen dat alle deeltjes die in het water zitten goed zijn voor je cannabisgewas. Water kan vervuild zijn met verontreinigende stoffen of bacteriën. Omgekeerde osmose filters zijn heel handig om bijna alle substanties uit het water te verwijderen. Het geeft kwekers de mogelijkheid om alleen datgene in aanraking te laten komen met hun planten wat ze geschikt achten.

Omgekeerde osmose filters kunnen tussen de 95 en 99% van de opgeloste zouten filteren die zich in een watermonster bevinden. Het is daarom op industriële schaal een standaard methode voor het reinigen van water.

Ook de toepassing van omgekeerde osmose bij water is een geavanceerde teelttechniek.

4. Het afvloeiende water testen

Om gezonde planten te kweken, moet je goed opletten of ze genoeg voedingsstoffen krijgen. Je kunt daarvoor het afvloeiende water opvangen in schotels, nadat je hebt bewaterd. Vervolgens test je de pH-waarde en PPM (deeltjes per miljoen).

Wat moet de ph zijn van het afvloeiende water?

Cannabisplanten groeien het beste bij een pH van ongeveer 6,5. Voor het controleren van de pH-waarde, controleer je het afvloeiende water met een pH-meter. Onze pH-tester van Hanna Instruments is bijvoorbeeld eenvoudig in gebruik en snel en nauwkeurig afleesbaar. Als de pH te hoog of te laag is, kun je pH-regulators gebruiken. Hiermee kun je de waarde naar boven of beneden aanpassen.

Conductiviteitsmeter

Conductiviteitsmeter

5/5 (9)

Koop Conductiviteitsmeter

Met bovenstaande in gedachten, heb je al heel wat kennis opgedaan over het geven van te veel en te weinig water aan je planten en wat dat met je planten doet. Daarbij heb je nu ook de kennis over waterkwaliteit in het algemeen in huis.